‘Teamgenoten kregen brandbommen in de tuin’
Andries Noppert is momenteel doelman van SC Heerenveen maar speelde in het verleden voor het Italiaanse Foggia. En daar beleefde de Oranje-international de nodige bizarre avonturen.
“Daar gebeuren de gekste dingen”, vertelt Noppert in de Cor Potcast. “Ik was al een beetje gewaarschuwd dat er in die stad maandelijks heel veel auto’s werden gejat. Maar ja, ik dacht dat dat mij natuurlijk nooit zou gaan gebeuren. Die auto stond toch alleen maar in de garage. Maar op een dag ging ik met een teamgenoot, omdat er in Foggia niet heel veel te doen was, naar een gamehal heel dichtbij zijn appartement. Ik vroeg hem nog of het vertrouwd was om die auto daar neer te zetten. Het zou allemaal geen enkel probleem zijn. ‘Hier komen ze niet’, zei hij.”
“Ik denk dat het een uurtje of één ’s nachts was toen we terugliepen”, vervolgt Noppert. “En vlak voordat we bij de auto waren, krijg ik een telefoontje. Het was de verzekering, die wist te melden dat er iemand in mijn auto stapte. Toen zei ik: Ja, dat kan niet, want ik zit er nog niet in. De reactie was: Jawel, want hij rijdt nu weg. Dus ja, toen ben ik gaan rennen. Je kon die auto volgen, maar dat duurde maar honderd meter, ze hadden alles er al uitgetrokken.”
Noppert kon zijn auto wel terugkrijgen. “Op een gegeven moment was bekend wie hem gestolen had. Ik kon hem terugkopen. Ik besloot de schade te accepteren en hem terug te kopen. Dat gaat allemaal via de president van de club. Die hebben daar wel contacten mee. Het kostte vijf- à tienduizend euro. De president raadde het af, hij zei: Ze hebben die hele auto al gestript. Dat is wat ze doen, ze verkopen alle onderdelen. Dus er zat al niks meer in. Gelukkig heb ik hem uiteindelijk niet teruggekocht.”
“Maar er gebeurde meer gekke dingen”, geeft Noppert aan. “Teamgenoten kregen brandbommen in de tuin als we een wedstrijd verloren. Naast je kon een winkel overvallen worden alsof het de normaalste zaak van de wereld was. Alleen is er ook een andere kant. We speelden een uitwedstrijd, tien uur van Foggia vandaan. En toen kwamen er gewoon tienduizend mensen mee. Ja, dat is ook een stukje passie die bij de cultuur hoort. Daar heb ik echt van genoten. Daar heb ik ook omarmd wat teambelang nou eigenlijk inhoudt. Hier in Nederland zijn we heel goed in het zeiken, dat heb je daar helemaal niet.”